Veelvoorkomende aandoeningen

  • Astma
  • Blaasproblemen
  • Hartproblemen
  • Hyperthyroïdie
  • Nierfalen
  • Suikerziekte bij de kat

Astma

Als uw kat een aanhoudende of chronische hoest heeft KAN deze astma hebben.

Astma is de meest voorkomende oorzaak van hoesten bij katten.

Bij veel katten zijn de symptomen relatief mild maar ze kunnen levensbedreigend worden.

Wat is astma?

Bij mensen wordt astma veroorzaakt door ontsteking en spasmen van de luchtwegen zonder een infectieuze oorzaak. Het is zeer waarschijnlijk dat dit bij katten ook het geval is, en dat de luchtwegen permanent ontstoken zijn.

Deze ontsteking kan zwelling veroorzaken en overdreven secreties.

Hoe komt het dat de symptomen erger worden?

De combinatie van luchtwegspasmen, overdreven secreties en zwelling veroorzaken een duidelijke vernauwing van de luchtwegen.

Wat zijn de symptomen?

De meeste katten hoesten (droog en zonder slijm op te hoesten), fluiten en ademen zwaar. Sommige katten hebben een lange geschiedenis van een lichte hoest, anderen hebben zware astma-aanvallen met een plotse opstoot van kortademigheid.

Sommigen ademen zelfs met hun mond open omdat ze zich zo benauwd voelen.

Hoe weet mijn dierenarts of mijn kat astma heeft?

Die kan een vermoeden van astma hebben op basis van de voorafgaande symptomen.

Toch is het belangrijk om verdere diagnostiek te doen om andere oorzaken uit te sluiten.

Meestal kiezen we voor een RX opname omdat we zo een beter beeld krijgen van de longen.

Indien dit niet voldoende info geeft moeten/kunnen er nog verdere meer gespecialiseerde onderzoeken gebeuren zoals bronchoscopie of stalen nemen van slijmvliezen.

Wat kan ik doen om mijn kat te helpen?

Probeer moeite te doen om contact met irriterende stoffen te verminderen of te vermijden bv niet meer binnen roken, stoffige kattenbakkorrels vermijden, etc.

Probeer ook overgewicht te vermijden, aangezien dit ook nefast is voor de longen.

Wat kan de dierenarts doen?

Katten met milde symptomen hebben niet altijd nood aan een behandeling. Dit wordt besproken met de dierenarts.

Katten met ernstige of gemiddelde symptomen hebben medicatie nodig om de hoeveelheid aanvallen en de intensiteit ervan te verminderen, en de kat voldoende comfort te bieden.

  1. Cortisone om de ontsteking te verminderen
  2. Bronchodilatoren om de luchtwegen op en te zetten

Wat heel goed werkt bij katten is inhalatie van deze medicatie. Het voordeel is dat de medicatie direct op de juiste plaats terecht komt en er zo dus ook lagere dosissen nodig zijn om te behandelen.

De meeste katten verdragen dit zeer goed.

Hoe dit in zijn werk gaat en hoe we dit aanleren aan de kat, kan uw dierenarts u vertellen.

Astma is een levenslange ziekte die waarschijnlijk erger zal worden naarmate de tijd vordert. Katten met astma zullen levenslang opgevolgd moeten worden en vaak is (al dan niet  in periodes) medicamenteuze behandeling nodig.

Door de juiste aanpak en behandeling kunnen de meeste katten een goede kwaliteit van leven behouden.

Blaasproblemen

KATTIN:

Of uw poes nu gesteriliseerd is of niet, één van de meest voorkomende aandoeningen is de blaasontsteking.

Als uw poes herhaaldelijk en langdurig op de kattenbak gaat en slechts een klein plasje maakt, kan dit wijzen op een blaasontsteking. Ook kan er eventueel wat bloed in de urine zitten.

De oorzaken van een blaasontsteking zijn o.a. infectie, blaasstenen, gezwellen, …

Bij vermoeden van een blaasontsteking kan u altijd wat urine binnenbrengen voor een onderzoek. Op die manier kan de dierenarts het vermoeden bevestigen.
D.m.v. een speciaal dieet kunnen veel klachten verholpen worden, al dan niet aangevuld met een antibioticakuur.

Soms is het echter nodig om verder onderzoek (en behandeling) te verrichten. Uw dierenarts zal u hierbij graag extra advies geven.

KATER:

Katers zijn eveneens onderhevig aan blaasontstekingen.

Een bijkomend probleem echter bij katers is FUS (Feliene Uremie Syndroom) :
Zowel bij gecastreerde als niet gecastreerde katers is het laatste deel van de penis erg nauw. Hierdoor kan die gemakkelijk verstoppen als er blaasgruis in de urine zit.

Bijgevolg kan uw kater niet meer plassen wat overvulling van de blaas tot gevolg heeft. Hierdoor kunnen de nieren de afvalstoffen van het lichaam niet meer verwijderen. En dus loopt uw kater een niervergiftiging op, die bij onvoldoende snel ingrijpen dodelijk kan zijn.

Als uw kater dus niet meer kan plassen moet u onmiddellijk contact opnemen met de dierenarts om zo vlug mogelijk te kunnen langsgaan.

Deze zal de plasbuis proberen door te spoelen.

Als dit lukt zijn een infuus (ontgiftiging van het lichaam) en nabehandeling in de praktijk noodzakelijk totdat de kater weer zelfstandig eet en plast.

Een antibioticakuur én speciaal dieetvoer kunnen een herhaling van dit ernstig probleem in de toekomst voorkomen.

Hartproblemen

Cardiomyopathie is een ziekte die zich uit ter hoogte van de hartspier.

Bij de kat zien we 2 soorten cardiomyopathie: hypertrofische cardiomyopathie (HCM) en dilatorische cardiomyopathie (DCM). Wanneer een hartspier niet normaal functioneert krijg je klachten van hartfalen en onregelmatige hartslag.

Wat is HCM?

Bij HCM wordt de hartspier abnormaal dik en daardoor kan het hart niet meer normaal functioneren.

Wat is de oorzaak van HCM?

HCM is een erfelijke ziekte die we vaker zien bij bepaalde rassen zoals Pers, brits korthaar, maine coon maar we zien het ook bij gewone huiskatten.

Wat is DCM?

Bij DCM is de hartspier erg dun geworden en is het hart vergroot. Ook hier komt de functionaliteit van het hart in het gedrang.

Wat is de oorzaak van DCM?

De oorzaak van DCM ligt aan een voedingsdefect. In commerciële kattenvoeding is een essentieel aminozuur taurine aanwezig die de kat nodig heeft voor een normale hartspierwerking. We zien deze afwijking dus vooral bij katten die niet het juiste dieet volgen.

Wat zijn de symptomen van HCM en DCM?

Vaak zijn er geen symptomen en wordt er een hartruis opgemerkt tijdens een onderzoek bij de dierenarts. Soms merkt de eigenaar verminderde uithouding of versnelde ademhaling.

Hoe kan de diagnose gesteld worden?

Vaak kan de dierenarts al via auscultatie een hartruis horen. Daarmee weten we nog niet exact wat er aan de hand is. Via een RX opname kunnen we de grootte en vorm van het hart gaan bekijken, maar de juiste en exacte diagnose kan enkel via echografie verkregen worden.
Afhankelijk van de bevindingen kan er heel exact medicatie opgestart worden en kan je heel nauw volgen hoe het hart verder aftakelt.

Wat is de behandeling?

Jammer genoeg is er geen behandeling die het probleem kan verhelpen. Wel kunnen we met de juiste medicatie het hart zoveel mogelijk gaan ondersteunen. Op die manier kunnen we het ziekteproces gaan vertragen. De behandeling is dan ook levenslang.

Wat is de prognose?

Het is moeilijk om te voorspellen hoelang de kat nog zal leven en wat zijn levenskwaliteit zal zijn. Heel veel hangt af van hoever de ziekte al gevorderd is. Maar met medicatie kunnen we de levensduur duidelijk verlengen.

Hyperthyroïdie

Wat is het?

Hyperthyroidie is een moeilijke naam voor een te snel werkende schildklier.
De schildklier is een orgaan die eigenlijk de snelheid van verschillende mechanismen in het lichaam bepaalt, zoals bijvoorbeeld hoe het hart klopt, vertering en verbruik van energie. Bij jongere dieren zorgt ze ervoor dat alles voldoende snel gaat omdat een jong dier meer energie verbuikt. Bij oudere dieren die minder energie verbruiken, zal de schildklier ook minder gaan werken.

Bij welke katten komt het voor?

Hyperthyroidie komt nog vrij vaak voor bij oudere katten ( meestal + 13 jaar, kan vanaf 5 jaar.)

Wat zijn de symptomen?

• Vermageren
• Meer honger
• Verhoogde polsslag
• Actiever zijn
• Minder slapen
• Onrustig s’nachts
• Meer miauwen en rusteloos ronddolen
• Slechte vachtkwaliteit
• Meer drinken
• Braken ondanks honger

Als men deze symptomen negeert en de ziekte onbehandeld laat is dit nefast voor verschillende organen in het lichaam, zoals hartproblemen, meer risico op tromboses, nierproblemen,…

Oorzaak

In ongeveer 98% van de gevallen is de oorzaak van een te snel werkende schildklier bij oudere katten een goedaardig gezwel op de schilklier. Deze gezwellen produceren een teveel aan schildklierhormoon. In slechts heel weinig gevallen is er sprake van een kwaadaardig gezwel.

Diagnose

De diagnose kan gesteld worden via bloedname, waarbij we kijken naar de waarden van het zogenaamde T4 hormoon van de kat.

Behandeling

Medicamenteuze behandeling:
Voor de katten met hyperthyroidie is voorlopig maar 1 geneesmiddel geregistreerd. Het is een geneesmiddel die in het begin wat opvolging nodig heeft (enkele bloednames in de eerste weken is soms nodig). Het medicijn moet ook levenslang gegeven worden. Maar eenmaal de juiste dosis gevonden kan het de kat zeer goed helpen zodat zij terug en zo normaal mogelijk kan functioneren.

Naast medicamenteuze behandeling is er ook de behandeling met radio actieve jodium. Na een eenmalige behandeling kan de kat levenslang geholpen worden. Meer info hieromtrent kan u bij ons op de praktijk krijgen.

Nierfalen

Chronische nieraandoeningen is iets wat we vaak zien, bij alle leeftijden en rassen, zowel bij honden als katten.
Toch komt nierfalen het vaakst voor bij dieren van middelbare tot oudere leeftijd. Het heeft altijd een dodelijke afloop.

Wat is nierfalen?

Dit is een ziekte waarbij de nieren geleidelijk de capaciteit verliezen om bloed te filteren. Daardoor lopen tal van functies in het lichaam niet meer zoals het hoort: gestoorde nierproductie, zuivering van het bloed van afvalstoffen, de waterconcentratie in het lichaam, .. Het is een slepende ziekte die niet kan genezen worden.

Wat is de oorzaak?

Er zijn verschillende oorzaken zijn: het kan een erfelijke ziekte zijn maar kan ook ontstaan zijn gedurende het leven van het dier door een ontsteking, infectie,leeftijd …
Het grote nadeel aan nierfalen is dat het vaak pas laat ontdekt wordt, wanneer reeds 3 kwart van de nieren zijn aangetast. Pas dan vertoont het dier symptomen. Helaas is de schade dan al onomkeerbaar.

Wat zijn de mogelijke symptomen?

• Uw kat of hond drinkt en plast heel veel, in grote hoeveelheden
• Zijn/haar adem ruikt onfris
• Heeft een doffe vacht
• Eet minder goed en wordt kieskeuriger
• Heeft pijn aan de mond en heeft moeite met kauwen
• Vermagert, is moe
• Is misselijk en geeft soms over

Wat verhoogt het risico op chronisch nierfalen?

• De leeftijd van het dier
• Het ras (er is een rasgebonden gevoeligheid; denken we hierbij aan de pers, maine coon, siamees, burmees en bij honden aan de Lhasa apso, shi tzu, dobberman of cocker)
• De voeding
• Eventuele ziekte of infectie

Hoe stellen we de diagnose?

Vaak wordt de diagnose gesteld via bloedname. Hieraan is een groot nadeel verbonden: in het bloed wordt pas aangegeven dat er sprake is van nierfalen wanneer die nieren al voor driekwart kapot gegaan zijn.
Toch is er nog een andere manier waarop we op een vroeger tijdstip nierfalen kunnen vaststellen, en dit is via urineonderzoek.

Dit is heel makkelijk uit te voeren thuis en op die manier kunnen we chronisch nierfalen veel vroeger opsporen, nog voor het dier symptomen vertoont.

Wij raden aan van katten en honden ouder van 7 jaar jaarlijks te testen op nierfalen via urineonderzoek of bloedonderzoek.

Bij ons op de praktijk kan u een handige set verkrijgen om een schone manier de urine te verzamelen van uw kat. U kan tijdens de openingsuren het staal urine binnenbrengen en dan onderzoeken wij dit voor u.

Wat is de mogelijke behandeling bij chronisch nierfalen?

Zoals eerder gezegd is het een progressieve ziekte die niet kan genezen worden; dit wil zeggen dat uw dier steeds zieker zal worden naarmate de nieren steeds minder goed gaan werken.
Toch kunnen we verschillende dingen doen om de levensverwachting van uw huisdier met meerdere jaren te verlengen.

Dit doen we op 2 manieren:
• Via medicatie
• Via aangepaste voeding

Vooral de voeding speelt een belangrijke rol in het verloop van de ziekte. Door bepaalde aanpassingen te gaan doen in de voeding belasten we de nieren op een zo min mogelijke manier.

Preventie

Zoals gezegd regelmatig urine of bloedonderzoek vanaf de leeftijd van 7 jaar kan al veel duidelijkheid geven, en kunnen we uw huisdier goed opvolgen.
Ook een aanpassing van het dieet op de leeftijd van 7 jaar kan een positieve invloed hebben op de nieren van uw dier. Seniorvoeding heeft een lager eiwitgehalte en is daarmee minder belastend voor de nieren.

Chronisch nierfalen is jammer genoeg niet te genezen. Maar we kunnen als we er vroeg bij zijn het leven van het zieke dier nog lang verlengen op een zo aangenaam mogelijke manier.

Suikerziekte bij de kat

Wat is suikerziekte precies ?

Bij de vertering in de darmen wordt voedsel afgebroken tot voor het lichaam bruikbare bouwstenen. Een van deze bouwstenen zijn de koolhydraten. Deze koolhydraten worden in de darmen vooral afgebroken tot een suiker dat glucose wordt vanuit de darm in het bloed wordt opgenomen. Na een maaltijd stijgt dus het aanbod van glucose vanuit de darm aan het bloed.

Voor de lichaamscellen is glucose bijna onmisbaar, niet alleen als bouwsteen maar ook als brandstof. Lichaamcellen nemen alleen maar glucose uit het bloed op als ze daartoe door het hormoon insuline worden aangezet.

Insuline wordt gemaakt door bepaalde cellen in de alvleesklier. Deze cellen zorgen er dus voor dat de lichaamscellen voldoende glucose, met andere woorden brandstof en bouwstenen, kunnen opnemen. Bovendien zorgt insuline er zo ook voor dat het glucosegehalte in het bloed binnen bepaalde grenzen blijft.

Als er te weinig insuline is, blijft er teveel glucose in het bloed achter n is er sprake van suikerziekte. Bij suikerziekte is dus het glucosegehalte in het bloed, ook wel het bloedsuikergehalte genoemd, verhoogd.
Maar de lichaamscellen hebben bij een insulinetekort net een gebrek aan de brandstof en bouwsteen: glucose.
Dus suikerziekte, ook wel diabetes mellitus genoemd, is eigenlijk een tekort aan glucose binnen in de lichaamscellen.

Wat zijn de verschijnselen van suikerziekte?

Als er veel glucose in het bloed aanwezig is, zal er via de nieren glucose met urine verloren gaan. De glucose in de urine trekt extra vocht mee waardoor de kat meer gaat plassen. Om niet uit te drogen, zal de hond dus meer gaan drinken. Omdat de kat via de urine glucose, een belangrijke brandstof, uitplast, zal de kat meer gaan eten en desondanks toch nog gewicht verliezen. Als de kat lange tijd niet wordt behandeld; wordt de eetlust nog slechter en kan de kat ernstig ziek worden.

De belangrijkste verschijnselen zijn dus:
• veel drinken
• veel plassen
• honger (in eerste instantie)
• vermageren
• malaise en braken (later stadium)

De behandeling

Suikerziekte wordt veroorzaakt door een insulinetekort.
Daarom moet dit tekort dagelijks, op vaste tijdstippen, worden aangevuld met een insuline- injectie. De eigenaar zal dus moeten leren om zelf onderhuids een injectie te geven. Dit lijkt eng maar valt eigenlijk best mee; de kat voelt er amper iets vast en neemt weinig tijd in beslag.

Omdat de hoeveelheid insuline is afgestemd op de hoeveelheid glucose die uw dier op een dag nodig heeft, is regelmaat in de voeding belangrijk. Het is van belang dat uw kat dagelijks een zelfde hoeveelheid voedsel van een zo constant mogelijke samenstelling krijgt.

De hoeveelheid lichaamsbeweging is van invloed op de hoeveelheid insuline die dagelijks nodig is. Maar we weten dat de hoeveelheid lichaamsbeweging vaak moeilijk te controleren valt. Daarom moet u erop letten op de kat voldoende behandelt en geen tekenen van hypoglycemie (zie verder) vertoont.

Een te laag bloedglucosegehalte (hypoglycemie)

Een te laag bloedglucosegehalte is een zeldzame maar levensbedreigende complicatie van suikerziekte. Daarom is het belangrijk het volgende goed te lezen en de verschijnselen te herkennen.

Er zijn diverse oorzaken van een te laag bloedglucosegehalte. Als uw kat meer actief is op andere dagen of minder gegeten heeft, dan kan dit leiden tot een verminderde behoefte aan insuline. De insulinebehoefte kan ook verminderen doordat de alvleesklier zelf weer insuline is gaan maken. Als een kat braakt of diarree heeft zal de vertering van voedsel minder goed verlopen dan normaal.

Hierdoor zal er minder aanbod van glucose aan het bloed zijn; waardoor er minder insuline nodig is om het bloedglucosegehalte binnen de normale grenzen te houden. Ook fouten bij het toedienen van insuline zijn mogelijk. daarom moet de toediening met de grootst mogelijke zorg gebeuren.

De belangrijkste oorzaken voor het ontstaan van een te laag bloedglucosegehalte zijn dus:
• Opname van minder voedsel in combinatie met de gebruikelijke insulinedosering
• Plotselinge toename van glucoseverbruik door verhoogde activiteit
• Een te hoge dosering insuline
• Een normale dosering insuline, wanneer de behoefte ineens is afgenomen.
• Een brakende kat of een kat met diarree

Bij een te laag bloedglucosegehalte krijgen de hersenen te weinig brandstof. Dit kan levensbedreigend zijn, en daarom is het belangrijk dat u de verschijnselen herkent:
• Honger op onverwachte momenten
• Onrustig of juist sloom
• Trillen of rillen
• Vreemde bewegingen (omvallen, trappelen met de poten)
• Diepe slaap, waaruit de kat slecht of niet wakker te maken is

Wat te doen bij verschijnselen van een te laag bloedglucosegehalte?
Omdat een te laag bloedglucosegehalte levensbedreigend kan zijn, moet ervoor worden gezorgd dat het bloedglucosegehalte zo snel mogelijk weer gaat stijgen. Als uw kat de verschijnselen van een te laag bloedglucosegehalte vertoont, moet direct een maaltijd worden gegeven.

Als uw kat niet meer in staat is de maaltijd op te eten, moet er zo snel mogelijk druivensuiker of een druivensuikeroplossing worden gegeven. U geeft hiervan ongeveer 1 gram druivensuiker per kilogram lichaamsgewicht.

De oplossing kunt u voorzichtig in de wangzak gieten of via een spuit in de mond spuiten. Indien de kat niet meer kan slikken, kunt u het poeder op en onder zijn tong wrijven. Zodra herstel optreedt, moet u de kat toch nog een maaltijd aanbieden.

Vervolgens moet u uw kat gedurende meerdere uren goed in de gaten houden om na te gaan of de verschijnselen opnieuw optreden. Om een hernieuwde daling in het bloedglucosegehalte te voorkomen, moet tot 12 uur na de insuline injectie met tussenpozen van 2 uur een maaltijd worden gegeven.

Terug naar Kat