Gedrag

  • Beweging - training: de jonge hond
  • Een nieuwe hond in huis
  • Benchtraining
  • Hond aan hond laten wennen
  • Nachtangsten
  • Verlatingsangst
  • Wagenziek
  • Zindelijkheidstraining

Beweging - training: de jonge hond

We krijgen vaak de vraag hoelang je nu eigenlijk mag wandelen met een puppy, en wanneer je mag beginnen met een sport zoals agility. Om hier een volledig antwoord op te geven, is het belangrijk van iets meer toe te lichten over de groei van een jonge hond en de mate van belastbaarheid. We zetten voor u enkele tips en regels op een rijtje zodat u op een zo gezond mogelijk manier met een zo min mogelijke belasting van uw hond kan genieten tijdens zijn groei.

Enkele cijfers

Het sluiten van de groeiplaten voor een gemiddeld grote hond
Schouder 10-12 maanden
Elleboog 9-11 maanden
Tenen 6-7 maanden
Bekken 5-6 maanden
Heup 9-11maanden
Knie 10-14 maanden

hieruit kunnen we besluiten dat voor de leeftijd van 14 maanden we de hond zeker niet te zwaar mogen belasten omdat de beenderen nog niet volledig volgroeid zijn!

Iets meer over bewegen

Teveel beweging op jonge leeftijd is slecht, maar te weinig beweging ook! In het eerste levensjaar van de pup moet hij leren te bewegen, en leren alles goed timen: kracht, snelheid en richting. Coördinatie moet geoefend worden om een goede en vlotte beweging te krijgen. Dit kan je doen door veel en gevarieerde bewegingservaringen op te doen: wandelen op verschillende ondergronden, omgevingen, materialen,… lopen op gras is helemaal anders dan lopen in het mulle zand op het strand, en je evenwicht bewaren op een matras is heel wat moeilijker dan op een harde vloer! Dit zijn allemaal dingen die je kan oefenen met je jonge hond en die zijn coördinatie en omgevingsbesef verbeteren. Dit kan later heel goed van pas komen in de sport.

Let wel, zoals hierboven reeds is aangetoond zijn op eenjarige leeftijd nog niet alle groeischijven gesloten, en moeten we hoge piekbelastingen nog zoveel mogelijk proberen te vermijden. Toch is de aanwezigheid van reeds goed ontwikkelde spieren goed om het nog kwetsbare skelet van de hond te gaan beschermen en te gaan ondersteunen.

wandelen met de jonge hond

Hierbij kunnen we gebruikmaken van enkele vuistregels:

- verspreid de wandelingen gelijkmatig over de dag
- wandel liever wat vaker per dag dan één lange wandeling
- wandelingen 5min/maand gaan uitbreiden
o bv pup 8 weken: 10 min, 5 keer per dag
o pup van 12 weken: 15 min, 5 keer per dag
o pup van 16 weken 20 tot 25 min, 5 keer per dag
o etc.

Spelen met de jonge hond

Maak een keuze uit spelen of langer wandelen. Beiden te vaak of te lang gaan doen is te belastend; ook bij spelen is het beter van meerdere keren per dag korte stukjes te spelen dan één keer lang te spelen.
Vermijd vooral bij grote hondenrassen tot aan een leeftijd van 9 maand van achter ballen aan te hollen die stuiteren.
zoekspelletjes of spelen met speelgoed dat niet kan stuiteren mag wel.

Fietsen met de jonge hond

Dit mag vanaf de leeftijd van 8 maanden ( grote rassen liever nog later)
- de eerste 2 weken begint u erg langzaam: 2 a 3 keer 5 minuutjes is meer dan voldoende om rustig op te bouwen
- vanaf de 3e week 10 minuten
- Om de 14 dagen kan u dan de tijd gaan opdrijven tot 20 a 25 minuten
- Pas uw tempo altijd aan aan de hond. Hij mag nooit achterkomen! Een goed tempo is een vlotte draf voor de hond.
- Pauzeer regelmatig
- Vermijd lange monotone fietstochten (bouw een maximum van 1 uur in tot zeker de leeftijd van 14 maanden)
- Controleer na elke fietstocht de voetzooltjes van uw hond. Bij de minste beschadiging moet u de tijd gaan afbouwen.

Trappenlopen met de jonge hond

Vermijd té veel trappen met grote rassen.
Let op het tempo; dit moet rustig en beheerst zijn, hij mag zeker de trap niet afstormen
Vermijd gladde of open trappen

Risicohonden: kleine en kortbenige honden, honden met overgewicht, weinig conditie
Laat de hond niet 10 keer de trap op en af lopen, maar leer hem toch van op een goede manier trappen te lopen

Training van de jonge hond

Als u van plan bent te gaan sporten met uw hond eenmaal deze volgroeid is (denken we aan agility, canicross, dogfrisbee, flyball,..) is het ook belangrijk van een vast schema aan te houden en de hond in het begin zeker niet teveel te gaan belasten, willen we nog lang meedraaien in de hondensport.

- Tot 8 maanden leeftijd
Vooral speltraining. De hond moet veel lichaams- en bewegingservaring opdoen zonder de beenderen, spieren en gewrichten teveel te gaan belasten. het hoofddoel in deze fase is het coördinatievermogen te trainen en de bewegingen te timen. Zo kunnen we het risico op blessures al op jonge leeftijd gaan verminderen.
Variatie is zeker een must . Boven alles moet het erg fijn blijven voor de hond en moeten ze gemotiveerd blijven. Train niet als ze moe zijn en zorg voor minstens evenveel rustperiodes!
Tijdens het spel moet de hond veel winervaring opdoen, zo blijft hij gemotiveerd. Vermijd piekbelastingen zoals springen, het rennen achter stuiterende ballen (de plotse richtingverandering is heel belastend) en vermijd lang galopperen.

Enkele voorbeelden van spelletjes ( doel: zelfvertrouwen en durf verhogen)
- lopen over wankele ondergrond bv plank op hoopje zand
- over lage obstakels en stokken laten lopen, in combinatie met vreemde ondergrond
- zoekspelletjes
- lichte trekspelletjes of apporteerspelletje met bv een tennisbal in een kous

- Na 8 maanden
Nu kunnen we geleidelijk de conditie gaan opbouwen. Denken we aan korte sprintjes rechtdoor, zwemmen (korte stukjes),..
Vanaf 9 maanden kan u langere wandelingen gaan doen en het tempo beginnen opdrijven. Een uur wandelen mag nu geen probleem meer gaan geven.
Fietsen mag vanaf nu ook. Als u van plan bent van agility te gaan doen mag u de hond al enkele sprongen laten nemen op hoogte van de elleboog van de hond.

- Na 14 maanden
Springen mag nu boven elleboog hoogte en de weavetraining (agility) mag nu aangevat worden. Vroeger trainen op de weave is veel te belastend op de wervelkolom en kan op latere leeftijd voor rugproblemen zorgen (spondylose, artrose,..).
Geleidelijk aan kunnen we de uithouding verder gaan opbouwen.

Als u zich aan deze regels houdt en ook goed naar uw hond leert kijken en zijn signalen van vermoeidheid op tijd kunt herkennen, dan kan u optimaal gaan genieten van beweging met uw hond!

Een nieuwe hond in huis

Na een vaak lange zoektocht is het eindelijk zover: je nieuwe vriend komt thuis! je kan niet wachten om te gaan wandelen met je hond, naar de hondenschool te gaan, op bezoek bij familie en vrienden, kortom iedereen mag weten dat er een nieuwe bewoner is bij jou.

Toch is het ook belangrijk je hond een goede en gezonde start te geven. Daarom is een controlebezoek bij de dierenarts geen overbodige luxe. Je kan er laten nakijken of je nieuwe hond gezond is en vrij is van ziekten en parasieten. Enkele dingen moeten toch in orde gebracht worden als je de hond wilt meenemen naar een hondenschool, familie of op reis.

Identificatie

Het identificeren en registreren van een hond is in België verplicht. Dit betekent dat de hond gechipt of getatoeëerd moet zijn.

Het chippen is een hele kleine ingreep waarbij een chip ter grootte van een rijstkorrel onder de huid wordt ingebracht bij de hond, ter hoogte van de hals. Als je hond dan verloren loopt kunnen politie of dierenbescherming de chip controleren en zo jouw hond veilig terug thuis brengen. Het plaatsen van een chip is eenmalig, en kost 42 euro met registratie bij ABIEC-BVIRH inbegrepen.

Vaccinatie

Om je hond te kunnen beschermen tegen een aantal veel voorkomende besmettelijke ziektes is het zeker aan te raden je hond te laten vaccineren.
Je kan je hond tegen verschillende ziektes vaccineren, afhankelijk van wat je wil gaan doen met de hond.

Cocktailenting

Dit vaccin wordt aangeraden bij alle honden, groot en klein. Het beschermt de hond tegen hondenziekte, kattenziekte en hepatitis. Dit vaccin wordt jaarlijks gegeven.

Leptospirose

Ook wel rattenziekte genoemd. Honden worden besmet door in aanraking te komen met besmette rattenurine. Deze vinden we terug in bijvoorbeeld vuile beken en sloten. Vooral jachthonden dienen hiertegen beschermd te worden. Leptospirose kan samen zitten met de cocktailenting of apart. 6 maandelijkse herhaling is aan te raden bij deze vaccinatie.

Hondsdolheid

Hondsdolheid is verplicht als je je hond wilt meenemen naar het buitenland of de Ardennen. Deze vaccinatie blijft 3 jaar geldig.

Kennelhoest

Kennelhoest is een erg besmettelijke ziekte die kan voorkomen op hondenscholen, pensions, wedstrijden. Vaccinatie wordt vaak verplicht als je uw hond in een pension wilt laten logeren of ook op sommige hondenscholen. Als uw hond vaak in contact komt met andere vreemde honden is dit vaccin dat jaarlijks herhaalt moet worden zeker aan te raden.

Een vaccinatieschema voor een pup ziet er wat anders uit dan voor een volwassen hond. Vraag meer info aan uw dierenarts.

Ontwormen

Wormen komen heel vaak voor bij honden. Deze wormen zijn ook besmettelijk voor de mens dus het is belangrijk goed preventief te werken rond ontwormen, en in het bijzonder ook met pups.

Wij raden volgend schema aan:
pups: 2 weken – 4 weken – 6 weken – 8 weken – 3 maand – 4 maand – 5 maand – 6 maand
Honden vanaf de leeftijd van 6 maanden worden best om de 3 tot 6 maanden ontwormd naar gelang het besmettingsrisico.

Lintwormen zijn wormen die apart behandeld moeten worden. Je herkent ze als kleine witte rijstkorreltjes in de stoelgang van je hond. De besmetting komt voort uit de aanwezigheid van vlooien, dus ontvlooi je de hond ook best.

Ectoparasieten

Waar wormen als endoparasieten binnenin het lichaam leven van de hond, heb je ook een aantal parasieten die leven bovenop de hond, dit zijn de ectoparasieten.

Vlooien

Deze kleine beestjes komen het vaakst voor bij honden en kunnen erge jeuk veroorzaken tot zelf een allergische reactie. Ze zijn heel besmettelijk en kunnen ook de mens bijten. Ook hier werk je best preventief aangezien een vlooienbesmetting erg hardnekkig kan zijn. Je kan je hond behandelen via een spray (bv frontline) of pipetjes in de hals (frontline, advantage,…). Hoe vaak je deze behandeling moet herhalen hangt af van welk product je gebruikt.

Teken

Teken zijn diertjes die zich ophouden in struiken en lang gras en wanneer een hond of ander warmbloedig dier langskomt laat hij zich vallen op de vacht van de hond en bijt zich vast in de huid, waar het bloed zuigt om zich te kunnen voortplanten.

Teken kunnen drager zijn van een aantal besmettelijke ziektes en kunnen lelijke infecties veroorzaken. Ook voor teken kan je preventief pipetjes op de hals aanbrengen van je hond. Let wel op: pipetjes die goed zijn tegen de vlooien zijn niet altijd even effectief tegen teken.

Er zijn nog een aantal andere ectoparasieten die voorkomen in het buitenland. Bent u van plan op reis te gaan met uw huisdier? Bel gerust voor meer informatie rond specifieke regiogebonden parasieten.

Voeding

Tot slot is het ook belangrijk van uw hond de optimale voeding te geven die hij verdient. Kies voor een kwaliteitsmerk zoals Royal canin, Hill’s, Pro Plan, Eukanuba,…
Er zijn oneindig veel soorten voeding, en vaak zijn deze aangepast aan de levensfase en/of activiteit van uw hond.

Een puppy die nog moet groeien heeft een heel andere voeding nodig dan een seniorhond op rust.
Voor honden met een medisch probleem bestaan er ook allerlei soorten dieetvoer, denken we maar aan een hond met overgewicht,een voedselallergie, nierproblemen, diabetes…

Aarzel niet van contact op te nemen voor individueel advies op maat voor uw hond!

Benchtraining

Wat is een bench?

Een bench is een kleine afgesloten ruimte. Je vindt ze in verschillende materialen: volledig in metaal, een varikennel in plastiek, een stoffen bench die je kan opvouwen,…De bedoeling is dat dit een ruimte is waar de hond kan verblijven als hij niet onder toezicht is. Maar een bench kan veel meer dan een ‘kooi’ zijn. Het kan een veilig nest zijn waar de hond zich kan in terugtrekken. Als je het op de juiste manier aanleert.

Waarom een bench?

  • Handig hulpmiddel om pup zindelijk te maken
  • Een veilige manier om de pup en later volwassen hond alleen te laten zonder dat hij vernielgedrag kan vertonen.
  • Je leert de hond zelfstandig te zijn en leert alleen te zijn
  • Het geeft een veilig en vertrouwd nestgevoel aan de hond
  • Bij bezoek of drukte kan de hond zich hierin terugtrekken
  • Als u op reis gaat of op bezoek heeft de hond ook zo zijn veilig herkenbaar nest met zich mee

Hoe leren we een puppy aan van in een bench te zitten?

  • Zet de bench op een doordachte plaats alvorens u aan de training begint. In het begin is het goed dat de bench in de meest beleefbare ruimte staat waar veel aanwezigheid is van mensen. Zet hem toch niet centraal maar in een rustig hoekje, zodat de pup erbij is maar toch de rust kan opzoeken.
  • Maak een erg fijne plaats van de bench. Een zacht dekentje of kussen  maken de bench een stuk comfortabeler, en eventueel een lapje stof vanuit het nest met de geur aan van moederdier en nestgenootjes kan helpen.
  • Geef de pup enkel eten in zijn bench; laat hierbij in het begin het deurtje zeker open, een bench moet een leuke plaats zijn!
  • Geef ook alle tussendoortjes zoal een kauwstokje of penslapje in de bench.
  • Ga bij de hond zitten als hij in zijn bench zit, aai hem en overlaad hem met lieve woordjes.
  • Geef zijn favoriete speeltje ook alleen in de bench.

In het begin moet de bench de leukste plek in huis zijn; daar krijgt hij aandacht, eten, speelgoed en is het lekker liggen!

  • Eenmaal hij de aanwezigheid van de bench gewend is en  er graag vertoeft, kan u terwijl hij aan het eten is het deurtje eens sluiten. Eerst 10 seconden, dan 30, 1 minuut, 5 minuutjes, 10 minuutjes. Ga ook af en toe eens weg en kom direct terug. Zo leert de pup dat u altijd terug komt en ook altijd het deurtje zal openen.
  • Als je merkt dat je pup moe wordt, probeer hem te verplaatsen naar zijn bench en laat hem daar slapen. Dan  kan u ook eens het deurtje sluiten.
  • Nu kan u stillaan beginnen met de pup af en toe zelf naar de bench te leiden, eventueel met snoep, hem in de bench te belonen met iets leuks en het deurtje dicht te doen en even weg te gaan. Bouw ook deze tijd heel rustig op.

Haal uw pup er nooit uit als hij aan het janken of blaffen is. Dit mag geen succes opleveren! Alleen goed gedrag, mooi braaf wachten, wordt beloond door een vrijlating uit de bench. Als uw hond blaft of jankt, negeer hem dan gewoon. Is hij stil, ga dan naar de bench toe en open die alsof dit de normaalste zaak is van de wereld. 

Benchtraining bij volwassen honden

Sommige honden kunnen een traumatische ervaring opgelopen hebben met een bench door verkeerd aangeleerd of een erg hard te schrikken terwijl ze erin zaten. Het belangrijkste bij deze honden is:

DWING HEN NOOIT !

Door de hond te dwingen in dat enge ding te zitten, maakt u de situatie alleen maar erger. De hond worden banger, u gaat meer mopperen, hond wordt nog banger, etc;

Eigenlijk pakt u het beste aan alsof de hond terug een puppy is. Waarschijnlijk zal het nu nog trager verlopen dan bij een puppy, omdat deze nooit enge ervaringen hebben gehad met een bench. Het belangrijkste is hun vertouwen terug te winnen.

Enkele tips:

  • Zorg dat de bench groot genoeg is: de hond moet makkelijk kunnen staan in de bench en zich kunnen draaien
  • Heeft u nog een mand of ligbed ergens anders in huis, leg deze dan in de bench; u moet ervoor zorgen dat alleen in de bench een aangename ligplaats is. 
  • Geef ook ALTIJD eten, drinken en snoepjes in de bench. Verwen hen met een kluifbeentje of Kong® die u kunt vullen met lekkers. U kan ook als de hond het niet ziet snoep strooien achteraan in de bench, zodat het een aangename verrassing is voor de hond om nog meer snoep te vinden in de bench!
  • Pas als u ziet dat de hond terug op zijn gemak kan eten en rusten in zijn bench (met de deur open!!) kan u een stapje verder gaan, zoals hierboven bij de puppy’s beschreven.

De sleutelwoorden bij het herintroduceren van de bench zijn: geduld, geduld en geduld!!

Tot slot wil ik nog meegeven: zet uw hond nooit op straf in de bench. De bench moet te allen tijde een fijne plek zijn waar hij kan rusten en ontspannen.

Veel succes!

Hond aan hond laten wennen

Honden introduceren aan elkaar kan soms wel spannend zijn. Hieronder vind je een aantal tips om dit zo goed mogelijk te laten verlopen.

1 neutrale omgeving

Bij de eerste ontmoeting is het altijd raadzaam om de honden te laten kennis maken op neutraal terrein (dus niet in eigen tuin of een plaats waar de hond(en) heel vaak komen).

2 een ontmoeting van 1 op 1

Geef de nieuwe hond de tijd om eigen honden één voor één te leren kennen. Als er meerdere honden tegelijk betrokken zijn kan dit soms wat overweldigend zijn voor de nieuwe hond.

3 geef de honden voldoende ruimte

Probeer te ontmoeting te laten doorgaan op een plek waar voldoende ruimte is, zodat elke hond kan beslissen welke afstand hij houdt. Te krappe ruimte geeft vaak meer spanning.

4 de rol van urine

Uit de urine kunnen honden veel informatie halen over elkaar. Laat ze dus zeker ook plassen in mekaars buurt en laat ze er ook aan laten ruiken.

5 loslaten

Als het mogelijk is, laat de honden dan los op een afgesloten ruimte. Veel honden reageren anders als ze aan de leiband zijn dan als ze los zijn. 

6 bij risico ontmoetingen geen voedsel of speelgoed

Sommige honden kunnen bezitterig zijn over voedsel of speelgoed. Om er voor te zorgen dat er zo weinig mogelijk triggers zijn voor jaloezie gebruiken we liever geen voedsel of speelgoed tijdens de eerste ontmoeting.

eenmaal de honden elkaar hebben leren kennen op vreemd terrein, herhaal hetzelfde in de tuin en daarna in huis.

7 zorg voor een eigen ruimte voor elke hond

Het is altijd raadzaam om (zeker in het begin) de honden niet zonder toezicht samen te laten. Hou ze in aparte ruimten en werk eventueel met benchen (zet deze dan niet in elkaars zicht).

Ook eetmomenten hou je beter in het begin gescheiden zodat daar geen jaloezie kan ontstaan. 

8 verdeel de aandacht

Blijf elke hond individuele aandacht geven zoals bv knuffelmoment zonder andere hond, eens alleen gaan wandelen, …

Elke hond is anders en daarom is dus ook voorzichtigheid geboden bij het eerste contact.

Soms moeten de stappen meerdere keren doorlopen worden. Hou tussendoor de honden dan ook volledig apart.

Zorg voor voldoende rust en tijd om de gewenning rustig aan te laten gebeuren. Een gemeenschappelijke wandeling is vaak het ideale scenario voor een eerste kennismaking.

Succes!

Nachtangsten

Verstoringen of omwisselen van het dag-nacht ritme bij oudere honden kan een teken zijn van hersenveroudering en kan zorgen voor een verminderde levensqualiteit bij honden én hun baasjes.

Hoe pakken we dit aan?

1. diagnose

Verschillende zaken kunnen aan de oorzaak liggen van ‘s nachts wakker zijn van oudere honden

  • Pijn
  • Jeuk
  • Ontlastingsdrang (urine of stoelgang)
  • Honger
  • Geluidsovergevoeligheid of net doof worden
  •  Angsten
  •  Bijwerkingen van bepaalde medicatie of andere lichamelijke klachten

Een goede evaluatie, anamnese en klinisch onderzoek is van groot belang om een aantal oorzaken uit te sluiten. Pas dan kan je besluiten dat de hond leidt aan hersenveroudering door de natuurlijke gevolgen van ouderdom.

2. management omgeving

Bekijk en overloop het dag schema van de hond. Een voorspelbare en duidelijke avondroutine is hierbij belangrijk. Zorg ook voor een specifieke ‘rustplaats’ met weinig prikkels. Donker of zwak verlicht, gebruik van ‘white noise’ om geluid van buitenaf te dempen of gordijnen om visuele prikkels te beperken.

Zorg voor zachte comfortabele bedding om een aangenaam warme plaats (ook niet té warm!)

3. verrijking van de omgeving en gedragsaanpassingen

Zorg voor voldoende maar aangepaste verrijking zowel op mentaal als fysiek vlak bv voldoende wandelingen, aangepaste trainingen, geurspelletjes, voederpuzzels,…

Zeker in de latere namiddag of avond. Zo kan je de hond al een beetje vermoeien en voorbereiden op de nacht. Mentale stimulatie en breinspelletjes remmen ook de hersenveroudering af.

De hond overdag voldoende wakker houden door met hem te interageren zoals hem aanspreken en regelmatig aaien of betrekken in de dagdagelijkse taken (meenemen naar de tuin, de berging, etc) kan hem ook helpen ’s avonds voldoende moe te zijn.

4. medicatie

Medicatie kan helpen met het verminderen van angst en het herstellen van een normaal dag-nacht ritme.

Medicatie is het meest succesvol in combinatie met aanpassingen van de omgeving en het gedrag.

Sedatie heeft zeer weinig en kortstondig effect bij dieren, dit in tegenstelling tot mensen.

Belangrijk is een 14 daagse kuur met een NSAID of andere pijnstiller om pijn uit te sluiten, alvorens te proberen met andere medicatie.

Verlatingsangst

Verlatingsangst komt steeds vaker voor bij onze huishonden, omdat we ze ook steeds meer gaan zien als een deel van het gezin en ze wel altijd in onze omgeving vertoeven. Toch is het belangrijk dat de hond nog altijd alleen thuis kan zijn zonder problemen. Verlatingsangst levert veel stress op voor hond en baas.

Hoe herken ik verlatingsangst?

- De hond gaat blaffen, janken, huilen wanneer hij alleen thuis is;
- De hond wordt onzindelijk: hij gaat plassen, ontlasten of zelfs braken;
- Vernielzucht: de hond bijt dingen stuk, liefst iets van de eigenaar (bv pantoffels of zijn zetel), krabt aan de deuren, muren,..
- De hond wordt depressief: hij weigert te eten of te drinken als hij alleen thuis zit, trekt zich terug en voelt zich doodongelukkig;

Wat is de oorzaak?

Er zijn verschillende oorzaken van verlatingsangst:

1. De hond heeft nooit geleerd alleen te zijn.
Als pup had uw hond veel nestgenoten en was hij of zij nooit alleen. Wanneer u uw lang verwachte pupje mee naar huis neemt, is dit heel erg wennen voor de hond; hij staat er immers ‘alleen’ voor. Het is erg belangrijk dat u als eigenaar die verandering goed opvangt en uw pup begeleidt en leert alleen zijn. Dit doet u door steeds de kamer te verlaten als de hond nog klein is. Eerst 1minuutje, daarna 2, dan 5, 10, etc. Belangrijk is dat u geen grote scène maakt als u vertrekt of terugkomt. Het moet doodnormaal zijn dat u er soms bent, en soms ook niet. Uw hond moet gewoon leren dat u àltijd zal terugkeren.

2. De hond heeft een trauma opgelopen terwijl hij alleen thuis was.
Het kan zijn dat de hond tijdens uw afwezigheid enorm geschrokken is door vuurwerk, onweer, een brand, .. De hond herinnert zich dat dit nare voorval is gebeurd terwijl u niet thuis was en associeert uw vertrek met de komst van een nare ervaring, ook al vond deze maar één keer plaats.

3. De hond wordt ouder.
Oudere honden die vroeger perfect alleen konden blijven krijgen moeilijkheden met alleen thuis blijven. Deze honden gaan vaak fysiek en/of mentaal achteruit: ze kunnen blind, doof of slecht te been worden en voelen zich daarom steeds minder zelfzeker. De aanwezigheid van hun baasje stelt hun gerust en voelt erg vertrouwd aan. Dementie bij honden komt ook voor en kan ook een reden zijn tot verlatingsangst.

Hoe ga ik om met verlatingsangst?

Belangrijk is uw hond terug aan te leren van alleen te zijn.

Hierboven staat hoe u dit aanpakt. De training is juist dezelfde als bij een nieuwe pup.

Hou er rekening mee dat dit een leerproces is dat weken tot maanden kan duren. Overhaast niks en observeer je hond goed. Soms gaat men te snel in het alleen laten en moet men dus een stapje terug zetten. Tijdens deze training kan men ook gebruik maken van een bench. Tijdens dit proces leert de hond dat zijn bench zijn veilige plekje is. Veel honden gaan er spontaan in liggen eenmaal ze het kennen. Aparte informatie met betrekking tot verblijven in de bench kan u altijd bij ons op de praktijk aanvragen.

Bij honden die een trauma hebben opgelopen duurt het vaak nog langer om ze terug alleen te laten. Ook hier is het belangrijk van niet te snel te gaan met het aanleren van alleen zijn.

Wanneer uw hond toch tijdens uw afwezigheid iets heeft vernielt of onzindelijk is geweest, mag u zeker niet boos worden op uw hond. Dit maakt de situatie alleen maar erger.

Soms kan medicatie ook helpen bij het verbeteren van verlatingsangst. We staan u graag ter hulp in onze praktijk.

Wagenziek

Wat is het?

Wagenziekte is een veel voorkomend probleem bij honden, en zien we bij voornamelijk bij jonge honden en pups, die niet gewend zijn aan meerijden met de auto. Maar ook 1 op 6 volwassen honden heeft er last van.

Symptomen

  • Overmatig kwijlen
  • Rillen, hijgen en lippen likken
  • Nerveus en angstig gedrag
  • kokhalzen en braken

Vooral een probleem bij pups

We zien wagenziekte vooral bij pups, omdat zij moeten wennen aan de wagen en het rijden. Heel veel honden ontgroeien het probleem eenmaal volwassen én als ze voldoende meegenomen worden in de wagen.

Soms zien we de wagenziekte erger worden omdat de hond angstig wordt bij de gedachte van misselijk worden in de wagen.

Sommige honden beginnen dan al te kwijlen of te rillen als ze de auto zien.

Oplossing

Gewenning en rustig opbouwen is het belangrijkste!

In het begin laat je de hond gewoon wennen aan een auto die stilstaat en niet draait.

Probeer de hond te belonen met snoepjes en eventueel kan je ook zijn eten geven in de auto.

Als dit geen stress meer veroorzaakt bij de hond, kan je dezelfde stappen herhalen met een draaiende motor.

Gaat dit goed, probeer dan een stukje met de wagen te rijden. In het begin 100 meter, en zo verder opbouwen.

Probeer de hond zo vaak mogelijk mee te nemen voor kleine ritjes

Zorg verder ook voor een comfortabele plaats in de wagen, niet te krap maar ook niet te ruim!

Geen eten geven een paar uur voor vertrek

Zorg voor frisse lucht in de wagen (eventueel een raampje open laten)

Zorg voor regelmatige pauzes bij langere ritten

Lange reizen

Wanneer u van plan bent een lange reis te maken kan het zijn dat een wagengevoelige hond na enige tijd toch gaat braken. Voor deze lange ritten bestaat er wel medicatie zodat de hond niet misselijk is.

Voor meer info kan u hiervoor bij ons terecht.

Zindelijkheidstraining

Wanneer u een jonge pup in huis haalt, zijn deze vaak nog niet zindelijk. Het is een van de eerste taken als eigenaar om de pup te leren waar hij zijn behoefte wel en niet mag doen.

Leer zijn lichaamstaal lezen

In het begin is het soms moeilijk te zien wanneer een pup nu echt moet gaan. Vaak worden ze wat ongeduldig, gaan snuffelen en rondjes draaien, beginnen te jammeren en gaan hurken. Als u deze signalen herkent, neem de hond dan op en breng hem naar de plaats waar hij zijn behoefte mag doen. Het kan zijn dat de hond nu niet direct meer wil gaan verder doen; Wees geduldig en beloon hem uitbundig als hij dan toch zijn behoefte doet.

Laat hem voldoende vaak uit

Zorg voor een vast schema. Elke keer na het eten, slapen, spelen en op vaste uren laat u de hond uit, ook al merkt u niet dat hij echt zijn behoefte moet doen. Zeker een pup maakt vele keren per dag stoelgang en een plasje.

Kies een vaste plek

Zo wordt het sneller duidelijk voor de hond waar hij kan en mag zijn behoefte doen. Ze maken snel de link tussen gras onder de pootjes = plasje doen. Je kan ook een deel van je tuin gaan afzetten en bedekken met zand of steentjes, of als u in een appartement woont de hond te leren van in de straatgoot te gaan plassen.

Geef een commando aan het plasje/kakje

Elke keer als je hond aanstalten maakt om op een juiste plek te gaan plassen/zijn behoefte te gaan doen zegt u steeds hetzelfde woord: “Plasje doen”, “pipi”,… eender wat. Als u dit steeds herhaalt wanneer hij dit doet zal hij ook sneller door hebben wat u van hem verlangt.

Beloon het goede, negeer het foute

Zoals al eerder gezegd is het heel belangrijk van de hond goed te belonen als hij zijn plasje op de juiste plaats maakt. Geef hem een snoepje, beloon met de stem, speel er mee, een aai over hun kopje,ga daarna wandelen.. Zo wordt het fijn om een plasje te doen op de juiste plaats!
Als de hond het een keertje doet op een plek waar het niet mag, zoals in huis, negeer dit dan. NOOIT UW HOND IN ZIJN EIGEN BEHOEFTE DUWEN! Zo maakt u hem alleen maar bang van u. Een pup moet nog leren van zijn plasje op te houden tot buiten.

Zindelijkheidstraining ‘s nachts

‘s Nachts is het moeilijker om uw hond in de gaten te houden. Je kan dan gebruik maken van een bench. Zo heeft de hond zijn eigen nest en zal normaal gezien proberen zijn ‘nest’ niet te bevuilen. Als uw pup’ s nachts begint te janken laat u hem best uit. Het is normaal dat uw pup nog niet een hele nacht lang zijn plas en behoefte kan ophouden. Net zoals bij baby’s zal u een paar keer moeten opstaan in het begin. Probeer stilaan de tijd tussen de plasjes op te bouwen tot de pup volledig kan doorslapen zonder op te staan.

Wat met een onzindelijke volwassen hond?

Als je een hond hebt die plots onzindelijk wordt, moet de hond altijd eerst gecontroleerd worden door een dierenarts om een medische oorzaak uit te sluiten. Haalt u een hond in huis die nog niet zindelijk is, pakt u het aan alsof de hond nog een puppy is en begint u de zindelijkheidstraining van nul.

Tot slot willen we u nog meegeven dat zindelijkheidstraining vooral draait om geduld en routine. Door steeds een vast schema toe te passen en bovenstaande regels te volgen zal de training normaal gezien vlot verlopen. Maar elke hond is anders en de ene hond is er al wat sneller mee weg dan de andere.
Veel succes!!!

Terug naar Hond